Jurriaan Omlo – Integratie én uit de gratie?

Titel proefschrift: Integratie én uit de gratie? Perspectieven van Marokkaans-Nederlandse jongvolwassenen

Promovendus: Jurriaan Omlo

Promotoren: Prof. Dr. Jan Willem Duyvendak en Prof. Dr. Ruben Gowricharn

In mijn onderzoek wilde ik nagaan hoe allochtonen zelf denken over integratie. Ik stelde namelijk vast dat allochtonen in sociaal wetenschappelijk onderzoek niet of nauwelijks ruimte krijgen om mee te discussiëren over betekenis, nut en noodzaak van integratie. Het zijn de wetenschappers die eenzijdig bepalen welke maatstaven en criteria van belang zijn voor het vaststellen van de mate waarin etnische minderheden zijn geïntegreerd. Het onderzoek heeft zich gericht op hoogopgeleide Marokkaanse Nederlanders in de leeftijd van 19-30 jaar.

Uit het onderzoek blijkt dat de respondenten de eigen verantwoordelijkheid van allochtonen om mee te doen in de Nederlandse samenleving belangrijk vinden. Maar niet tegen elke prijs. Zij geven aan dat nieuwkomers zich niet volledig hoeven aan te passen aan de Nederlandse cultuur. Allochtonen moeten het recht hebben om een deel van de eigen cultuur te behouden. Daarnaast benadrukken zij het wederzijdse karakter van integratie. Autochtone burgers en de overheid hebben de verantwoordelijkheid om integratie mede mogelijk te maken. De respondenten stellen zich vooral kritisch op ten opzichte van politici. Zij hekelen de polariserende en stigmatiserende wijze waarop er over de integratie van allochtonen wordt gesproken.

Verder hebben de respondenten grote moeite met het feit dat het niet uitmaakt hoe succesvol zij zijn en hoe sterk hun binding met Nederland is. Voor de maatschappij blijft men hoe dan ook een allochtoon. Via subtiele en hardere vormen van uitsluiting worden zij er voortdurend op gewezen dat zij anders zijn. Dit neemt niet weg dat zij naast uitsluiting ook prettige contacten met autochtonen ervaren.

Uit het onderzoek blijkt tenslotte dat de respondenten begrip opbrengen voor autochtonen die moeite hebben om de snelle culturele veranderingen te accepteren. Toch vinden zij dat het hoog tijd wordt dat er erkenning komt voor het gegeven dat ‘Marokkanen’ ook Nederlanders zijn, dat zij hier thuis horen, en hier hun toekomst opbouwen. Met deze zelfbewuste houding laat de tweede generatie Marokkaanse-Nederlanders zien dat zij politiek mondig zijn. Zij eisen een plek op als volwaardig burger in de Nederlandse maatschappij.

Promoveren als buitenpromovendus is niet altijd even eenvoudig. Door de combinatie met een fulltime-baan is er nauwelijks gelegenheid om gedurende een lange aaneengesloten periode aan het proefschrift te werken. Dankzij de structuur van de promotiekamer, het contact met medepromovendi, en de kritische feedback van Ruben Gowricharn en andere docenten heb ik steeds weer nieuwe inspiratie en inzichten opgedaan. Ook heeft de promotiekamer mij geholpen om het proefschrift binnen een paar jaar af te ronden. De strakke planning en de prestatiegerichte manier van werken dwong mij om tot het uiterste te gaan. Ik had mijn proefschrift hierdoor een jaar eerder afgerond dan gepland.