Promovenda Diane Confurius

“De arbeidsmarktpositie van Afrikanen in Nederland”

E-mail : confurius@tip.nl
Telefoon: 06 29 33 87 84

Diane CONFURIUS studeerde landbouwkunde aan de Grandes Ecoles des Ingénieurs in Frankrijk en Toegepaste Statistiek in Nederland

De integratie van allochtonen is al een aantal jaar een actueel onderwerp in het publieke debat. De vier grootste groepen niet-westerse allochtonen (Antillianen, Marokkanen, Surinamers en Turken) bepalen in grote mate het beeld van het verloop van het integratieproces. De afgelopen tien jaar zijn ook andere allochtone bevolkingsgroepen fors in omvang toegenomen. Het gaat voornamelijk om immigranten uit Irak, Afghanistan, Iran en Somalië. Van deze “nieuwkomers” lijkt het sociaaleconomische integratieproces van Iranïers het meest succesvol te verlopen, afgemeten aan hun hoge deelname op de arbeidsmarkt. De participatie van Somaliërs is het meest problematisch. In 2009 werkte slechts een kwart van deze groep terwijl drie kwart afhankelijk was van een uitkering. Deze resultaten laten zien dat het integratieproces op de arbeidsmarkt in Nederland per etnische groep verschilt.

De immigratie vanuit Afrikaanse landen gelegen ten zuiden van de Sahara is de laatste tien jaar fors toegenomen en zal voorlopig doorgaan. De kennis over de arbeidsmarktpositie van nieuwkomers afkomstig uit landen gelegen ten zuiden van de Sahara is, behalve voor Somaliërs, beperkt: het ontbreekt bijvoorbeeld aan cijfers over hun inkomen. Het wordt dus steeds belangrijker om aandacht te besteden aan de arbeidspositie van deze relatief kleine, maar groeiende, groep allochtonen afkomstig uit landen gelegen ten zuiden van de Sahara. Daar gaat dit onderzoek over.

Onderzoek naar de arbeidspositie dient ook het maatschappelijk belang om de volgende twee redenen. Ten eerste geeft het een beter inzicht in de positie die deze Afrikanen op de Nederlandse arbeidsmarkt innemen. Ten tweede kunnen de uitkomsten gebruikt worden als statistische informatiebron voor verder onderzoek onder Afrikanen. Deze resultaten kunnen bovendien een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van beleid om de arbeidsmarktpositie van allochtonen en van Afrikanen in het bijzonder te verbeteren.