Promovenda Patricia Wijntuin
“De kracht van achterstandswijken”
Email: pwijntuin@hotmail.com
Patricia Wijntuin studeerde Ontwikkelingsstudies aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Zij is van Surinaamse afkomst.
Voor veel jongeren is de identificatie met de eigen cultuur een belangrijk aspect van hun identiteitsontwikkeling. Het behoren tot (sociale) verbanden, zoals families, gezin, netwerken en vrienden draagt bij aan het vergroten van de zelf/eigenwaarde van deze jongens en positieve identiteitsontwikkeling. De wijk of de buurt waarin jongeren woonachtig zijn kan samen met de onderlinge banden worden beschouwd als een van deze sociale verbanden. Uit diverse onderzoeken blijkt dat jongeren uit achterstandswijken een sterke binding hebben met hun leefomgeving. Het is bekend dat personen zich identificeren met hun buren en de gemeenschap (sociale buurtbinding), zich daardoor gesterkt voelen en bereid zijn hun sociaal en politiek milieu te verbeteren opdat de kwaliteit van hun leven in de wijk toeneemt.
In de zoektocht van jongeren naar de vraag wie zij zijn en waar hun plaats is binnen de samenleving, kan de wijk waarin zij wonen een belangrijke rol spelen. Mensen hebben van nature de behoefte om zich aan iemand of iets te binden. Dit noemt Verkuyten het verlangen naar affectieve binding. Affectieve verbondenheid hebben jongeren ook met hun fysiek-ruimtelijke omgeving.
Achterstandswijken zijn wijken die een opeenstapeling van fysieke, sociale, maatschappelijke en economische problemen kennen. Desondanks kunnen jongeren trots zijn op de buurt waarin zij wonen. Het gegeven dat iemand in een achterstandswijk opgroeit leidt niet automatisch tot ongepast, afwijkend en destructief gedrag. Achterstandswijken kunnen van grote betekenis zijn voor jongeren en bijdragen aan het vergroten van hun eigen waarde en bindingen. Binnen achterstandswijken blijken er wel degelijk factoren aanwezig te zijn die een positieve invloed uitoefenen op de ontwikkeling van jongeren. Deze constateringen geven reden om te veronderstellen dat achterstandswijken een bindend potentieel hebben. In achterstandswijken wonen voornamelijk mensen die een laag geschoold zijn en mensen met een laag inkomen. Het merendeel van de bewoners in deze wijken is van niet-westerse afkomst. Daarom vormen allochtone jongeren in achterstandswijken de onderzoeksgroep in dit onderzoek.
De centrale probleemstelling luidt als volgt: Wat verklaart de bindende kracht van achterstandswijken voor allochtone jongeren?
In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van literatuurstudie en etnografische methoden, met name van participerende observatie en diepte-interviews.
De relevantie van dit onderzoek is gelegen in de mechanismen die binnen achterstandswijken bindingsbevorderend werken voor (jonge) bewoners. Voorts levert het onderzoek inzichten op over de effecten van wonen in achterstandswijken op ruimtelijke bindingen. Hier is nog relatief weinig onderzoek naar gedaan.